God koos dingen die door de wereld veracht werden, dingen die als niets werden beschouwd, en gebruikte ze om datgene wat de wereld belangrijk achtte, teniet te doen.
—1 Korintiërs 1:28
Als we denken aan de mensen die God heeft opgewekt om de wereld aan te raken, de grote apostelen die Hij gebruikte om de kerk te starten, zien we ze meestal in glas-in-lood. En hoewel God hen krachtig gebruikte, waren ze niet bovenmenselijk. Het waren gewone mannen die God gebruikte om hun wereld aan te raken.
Dus, wat voor soort kwaliteiten zoekt God in de persoon die Hij zou willen gebruiken? Wat voor soort persoon zoekt Hij? Zoekt de Geest van God naar ander hout, als je wilt?
Eén ding is duidelijk in de Schrift: het lijkt erop dat God opzettelijk uit zijn weg gaat om mensen te vinden die er niet per se uitzien alsof ze veel zouden betekenen. Hij koos mensen die, op het eerste gezicht, niet eens leken te hebben wat ervoor nodig was.
Toen God op zoek was naar iemand om het volk Israël te leiden, koos Hij een herdersjongen genaamd David. Toen God iemand wilde die een leger zou leiden om de vijanden van Israël, de Midianieten, te verslaan, koos God een lafaard genaamd Gideon die niet eens de moed kon opbrengen om zichzelf publiekelijk te laten zien.
De apostel Paulus schreef aan de kerk in Korinthe: “Bedenk, geliefde broeders en zusters, dat weinigen van u wijs waren in de ogen van de wereld, of machtig of rijk, toen God u riep. In plaats daarvan heeft God de dingen uitgekozen die de wereld als dwaas beschouwt, om hen die denken dat ze wijs zijn, te beschamen. En de dingen die machteloos zijn, heeft Hij uitgekozen om hen die machtig zijn, te beschamen” (1 Korintiërs 1:26–27 NBV).
Paulus concludeert: ‘Daarom kan niemand zich ooit voor God beroemen’ (vers 29 NBV).
Als we door God gebruikt willen worden in welke hoedanigheid dan ook, dan moet het niet zo zijn dat we ons verplicht voelen, alleen maar plicht hebben of schuldig zijn. In plaats daarvan moeten we een door God gegeven mededogen hebben voor mensen.
Misschien denkt u: "Jezus voelde dat zo, maar ik ben God niet. Ik kan dat niet voelen tegenover mensen." Maar is het niet Gods doel om ons te conformeren aan het beeld van Zijn Zoon (zie Romeinen 8:29)?
Filippenzen 2:5 zegt: “U moet dezelfde houding hebben als Christus Jezus had” (NBV). Zouden we daarom niet moeten proberen de Heer na te volgen en mededogen te hebben?
Door de Schrift en de geschiedenis van de kerk heen, zien we dat God onverwachte dingen heeft gedaan met onverwachte mensen. Hij heeft buitengewone dingen gedaan door gewone mensen. En de Bijbel vertelt ons: "De ogen van de Heer doorzoeken de hele aarde om hen te versterken wier hart volledig aan Hem is toegewijd" (2 Kronieken 16:9 NBV).
Let op, dit zegt niet dat God op zoek is naar sterke mensen; het zegt dat Hij op zoek is naar mensen voor wie Hij sterk kan zijn. God zoekt niet zozeer naar bekwaamheid, maar naar beschikbaarheid.
Zou u bereid zijn te zeggen: "Heer, ik heb niet veel te bieden. Maar wat ik heb, Heer, bied ik U aan"? Als u bereid bent dat te zeggen, kijk dan wat God zal doen.