Dit waren zijn instructies aan hen: 'De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heer die verantwoordelijk is voor de oogst; vraag hem om meer arbeiders naar zijn velden te sturen.'
—Lucas 10:2
Esther was een mooie jonge vrouw die in feite een schoonheidswedstrijd won en koningin werd van het koninkrijk. Ze was ook Joods. Toen bedacht een zeer slechte ambtenaar genaamd Haman een plan om alle Joden in het koninkrijk uit te roeien. En door een reeks verraderlijke zetten zette hij een val voor de Joden, die systematisch geëxecuteerd zouden worden.
Esthers neef Mordechai was ook een Jood, en hij wist dat ze iets kon doen om haar volk te helpen. Het enige wat ze hoefde te doen was naar de koning te gaan en een beroep op hem te doen. Maar Esther was veilig en zeker daar in het paleis. Alles ging goed voor haar, en ze aarzelde om de koning te benaderen.
Maar Mordechai stuurde Esther deze boodschap: "Als je op een moment als dit stil blijft, zal er ergens anders redding en hulp voor de Joden komen, maar jij en je verwanten zullen sterven. Wie weet of jij misschien koningin bent gemaakt voor een moment als dit?" (Esther 4:14 NBV).
Esther herkende wat ze moest doen. Ze deed een beroep op de koning, verijdelde het complot en de Joden werden gered. Ze greep het moment aan.
Zonde is niet alleen het verkeerde doen; zonde kan ook het nalaten zijn om het goede te doen. We kunnen God teleurstellen in wat Hij wil doen en daardoor Zijn zegeningen mislopen.
Jezus zei: “De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heer die over de oogst gaat en vraag hem om meer arbeiders naar zijn velden te sturen” (Lucas 10:2 NBV). Let op, Jezus zei niet dat we moeten bidden om meer toeschouwers, toeschouwers of klagers. Hij zei dat we moeten bidden dat de Heer “meer arbeiders zal sturen.”
God kan veel doen met weinig. Hij vermenigvuldigde de lunch van een jongen van vijf broden en twee vissen en voedde duizenden. En Hij kan nemen wat wij hebben en het vermenigvuldigen. Hij kan ons gaven en vaardigheden geven die we nooit eerder hebben gehad als we gewoon zeggen: "Heer, het is niet veel, maar het is van U. Ik geef het aan U. Neem het over. Hier ben ik, Heer, zend mij."
Wilt u uzelf beschikbaar stellen voor God? Wilt u zeggen: "Heer, ik zal werken in Uw veld"? Ongeacht hoeveel geld u verdient, welke carrière u volgt, of u getrouwd bent of alleenstaand, zult u zich ertoe verbinden om nooit op te houden beschikbaar te zijn voor God als een arbeider in Zijn veld?
Wie weet of God u niet juist op dit moment, op de plek heeft gezet waar u nu bent, voor een tijd als deze?
Deze wereld wordt donkerder. De enige hoop voor ons land is een spirituele ontwaking. We moeten het evangelie verspreiden. We moeten onze inspanningen verdubbelen als nooit tevoren, want de tijd dringt. De duivel weet dit. En hij verdubbelt zijn inspanningen zeker. Hij probeert zoveel mogelijk mensen naar beneden te halen.
Wij moeten eropuit trekken en het verschil maken zolang het kan.