Haat het kwaad en heb lief wat goed is; verander uw gerechtshoven in ware zalen van gerechtigheid. Misschien zal de HEERE, de God van de hemelse legers, nog genade hebben met het overblijfsel van zijn volk.
—Amos 5:15
Het was niet de eerste keer dat David dit ruige terrein doorkruiste. Als jongeman was hij een vogelvrijverklaarde in de wildernis, opgejaagd door de paranoïde koning Saul. De profeet Samuel had David gezalfd en gezegd dat hij de volgende koning van Israël zou worden. En nadat David de reus Goliath in de vallei van Elah had gedood, waren de lofzangen van David op de lippen van het volk.
Saul was paranoïde en boos dat iemand zijn positie zou proberen in te nemen. Dit dreef David in ballingschap en hij rende voor zijn leven.
Maar inmiddels was David een oudere man. Hij bewoog langzamer. En het was niet Saul die hem achtervolgde, maar zijn eigen zoon Absalom, die hem ter dood wilde brengen.
David moest echt weten dat God met hem was, want de laatste keer dat hij in de woestijn was, had hij geen last van overspel en moord op zijn geweten.
Misschien denk je: "Wacht eens even. Ik dacht dat de Bijbel leert dat wanneer God vergeeft, Hij vergeet." Dat is waar. God Zelf zei: "Ik zal hun slechtheid vergeven en hun zonden nooit meer gedenken" (Jeremia 31:34 NBV).
Het probleem is dat we niet zo snel vergeten. En er is nog iemand die niet vergeet: de duivel. De Bijbel noemt hem “de aanklager van onze broeders en zusters” (Openbaring 12:10 NBV).
Dus ja, God vergeeft je, maar de duivel zal je niet zo snel laten vergeten. Hij zal in de videospeler van je geest gaan, om het zo maar te zeggen, die zonde terugbrengen en je eraan herinneren. Hij zal voortdurend op play, rewind, play, rewind drukken.
Het is op momenten als deze dat we terug moeten gaan naar het kruis en moeten zeggen: “Heer Jezus, U bent gestorven voor deze zonde. U hebt Uw bloed ervoor vergoten. En ik weet dat U mij hebt vergeven. Ik sta op Uw belofte van vergeving.”
We vinden die belofte in 1 Johannes 1:9: “Maar als wij onze zonden aan Hem belijden, is Hij getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle kwaad” (NBV).
U staat nu misschien op die belofte. En dat zou u ook moeten doen. We citeren graag beloften als deze om troost te bieden aan ons hart. De belofte is echter afhankelijk van het voldoen aan bepaalde voorwaarden. Ja, God zegt dat Hij ons zal vergeven. Maar dit vers zegt ook dat we onze zonden aan Hem moeten belijden.
Onze zonde belijden is meer dan alleen erkennen. Het is onze zonde zien zoals God het ziet. En hoe ziet God zonde? Hij haat het. De Bijbel zegt ons zelfs om “het kwade te haten en het goede lief te hebben” (Amos 5:15 NBV).
De vraag is: als wij onze zonden erkennen, zien wij ze dan werkelijk zoals God ze ziet, met een heilige haat?
Als wij onze zonden niet hebben beleden, kunnen wij niet op de belofte van 1 Johannes 1:9 staan. Laten we er dus zeker van zijn dat we het op Gods manier hebben gedaan.